“Mozes toch heeft gezegd: De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar hem zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal; en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid” (Hand. 3:22,33).
Dit Schriftgedeelte is een citaat uit Deuteronomium 18:15-16. Deze profeet, zoals Mozes, was natuurlijk de Here Jezus.
Petrus had de Joden aangespoord om in Christus te geloven, maar zij beschouwden dit als een “afval van Mozes”, waarvan Paulus ook werd beschuldigd: “… nu heeft men hun van u verteld, dat gij alle Joden onder de heidenen afval van Mozes leert, door te zeggen, dat zij hun kinderen niet behoeven te besnijden, noch naar de gebruiken te leven” (Hand. 21:21).
Lukas benadrukt de waarheid dat Christus een profeet is zoals Mozes ― zelfs groter! ― door Deuteronomium 18 opnieuw te citeren:
“Deze heeft hen uitgeleid onder het verrichten van wonderen en tekenen in het land Egypte, in de Rode zee en in de woestijn, veertig jaren lang. Dit is die Mozes, die tot de kinderen van Israël gezegd heeft: Een profeet gelijk mij zal God u uit uw broeders doen opstaan” (Hand. 7:36,37).
Christus was, zoals Mozes, wetgever, redder en voorbidder. Beiden, Mozes en Christus, waren heer van hun huis, het huis van Mozes en het huis van Christus. Beiden waren trouw in heel hun huis, maar het huis van Christus is van grotere heerlijkheid (Hebr. 3:1-6).
Het huis van Mozes is een type van het huis van Christus, en wat als een afval van Mozes werd beschouwd, was in feite een springplank naar verdere openbaring. Het Oude Verbond is nooit bedoeld om bij het “oude’ te blijven noch is het Nieuwe Verbond een hernieuwde verplichting om de wet van Mozes te houden. Christus is een profeet zoals Mozes, waarmee gezegd wordt dat alles waar het Oude Verbond voor staat, zijn vervulling vindt in het Nieuwe Verbond.
Uit Handelingen 3:22-23 zien we dus een verdere progressie in het Nieuwe Testament. De Jood heeft geen verontschuldiging, want de wet van Mozes gebiedt naar deze profeet zoals hij te luisteren. Wie niet naar Hem luistert, zal uitgeroeid worden. Dat zijn zware woorden, maar Christus is dan ook de Zoon van God en Hij is HET LICHT van de wereld. Deze man is, zoals Mozes, de Getuige voor de volkeren, waarvan Jesaja sprak:
“Zie, Ik heb Hem gegeven als Getuige voor de volken, als Vorst en Gebieder voor de volken. Zie, U zult een volk roepen dat U niet kende, en het volk dat U niet kende, zal naar U toe snellen, omwille van de Here, uw God, voor de Heilige van Israël, want Hij heeft U verheerlijkt. Zoek de Here terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is” (Jes. 55:4-6 HSV).
De Here is nu Getuige voor de natiën, voor Jood en Griek, en Hij laat Zich vinden voor ieder die Hem zoekt. Alle verdere schatten in Hem zien we verder uitgestald wanneer we vorderen in het Nieuwe Testament.