“En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid” (1 Tim. 3:16).
Op deze dag voor Kerstmis willen we stilstaan bij bovenstaand vers. Kerstmis betekent dat God geopenbaard wordt in het vlees door Jezus Christus, de Zoon van God. Deze openbaring wordt verbonden met het geheimenis van de godsvrucht.
Het woord ‘geheimenis’ komt van het Griekse woord musterion en duidt op een ‘verborgenheid’. Een geheimenis of verborgenheid is iets wat alleen bij ingewijden bekend is. Het geheimenis in het Nieuwe Testament is echter door het evangelie aan ons bekendgemaakt. Zo lezen we in Colossenzen 1:26:
“Het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen” (Col. 1:26).
Het geheimenis in het Nieuwe Testament heeft verschillende aspecten. Allereerst is er het geheimenis van Christus: “Waaraan u, als u dit leest, mijn inzicht kunt bemerken in het geheimenis van Christus” (Ef. 3:4). Verder kennen we het geheimenis van het evangelie, dat we als een onderdeel van het geheimenis van Christus kunnen beschouwen:
“Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken” (Ef. 6:19).
Verder kennen we nog het geheimenis van de wetteloosheid:
“Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is” (2 Thess. 2:7).
Wanneer we daarom over het geheimenis in het Nieuwe Testament lezen, kunnen we het terugbrengen tot het geheimenis van Christus en het geheimenis van de wetteloosheid. In beide gevallen is er sprake van de incarnatie van een bovennatuurlijk persoon in de vorm van een mens, hetzij van Christus, hetzij van de antichrist. Christus kwam als een geheimenis; Hij was God die als mens op deze aarde verscheen. “De wereld heeft Hem niet gekend” (Joh. 1:10), maar de wereld voelde wel aan dat Hij anders en onverklaarbaar was. Het geheimenis van Christus is dat God in Christus mens werd. Maar dat is niet alles, want in Efeziërs 5:31,32 lezen we:
“Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente”. Dit is de gemeente, die Zijn lichaam is (Ef. 1:22,23), en we zien dat de gemeente in het geheimenis wordt betrokken, dat wil zeggen het geheimenis wordt niet beperkt tot het individuele lichaam van Christus Zelf toen Hij op aarde was, maar tot heel Zijn collectieve lichaam, waarvan Hij het hoofd is. En zo wordt de gemeente van Christus ook een onverklaarbare incarnatie die de wereld niet kan vatten. De gemeente is een collectief lichaam, waar God in Christus vlees is geworden. Voor de wereld, die aards is en geen verklaring heeft voor het hemelse lichaam, blijft dit geheimenis verborgen.
“Als iemand een andere leer brengt en zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en aan de leer die in overeenstemming is met de godsvrucht” (1 Tim. 6:3).
Het Nieuwe Testament spreekt niet alleen van het geheimenis van de godsvrucht maar ook van de leer van de godsvrucht, dat is de leer die in overeenstemming is met de godsvrucht.
In 2 Petrus 1:3-11 staat de godsvrucht centraal, want uit de godsvrucht komt de broederliefde voort en de liefde voor iedereen. Godsvrucht is de vrucht van de Geest die wij als rank dragen door in Christus te blijven. Deze Wijnstok-rank relatie is een twee-eenheid in de geest, een vereniging waarbij Gods Geest en mijn geest zich tot één geest hebben gehecht (1 Cor. 6:17). Hij is het Licht van de wereld en daarom zijn wij het ook. Kerstmis is niet het getuigenis van één Licht dat eens de wereld is binnengekomen, maar van een ieder in wie Christus door de wedergeboorte wordt geïncarneerd in zijn of haar vlees (Gal. 2:20b). Daarmee wordt Kerstmis een getuigenis van iedere dag in de levens van hen die van boven worden geboren om vrucht te dragen voor God en hun leven neer te leggen voor de ander.
De vraag vandaag is: “Van wie ben jij momenteel een incarnatie, van de boze of van Christus?” Ben je al overgegaan uit Adam in Christus, van de dood in het leven? Heb je Hem al aangenomen als Heer en Heiland (Johannes. 1:12; 3:16)? Deze Kerstmis kan het verschil uitmaken!
Een gezegend Kerstfeest!