door Watchman NeeTen eerste moeten we goed begrijpen dat God Christus niet heeft gegeven als ons voorbeeld om gekopieerd te worden.
Hij heeft zelfs Christus niet in ons doen wonen om ons te helpen om meer op Christus te lijken. Galaten 2:20 is niet onze standaard om steeds beter aan te voldoen. Het is niet een hoog doel dat we nastreven door lang zoeken en geduldige vooruitgang. Het is helemaal niet Gods doel, maar Gods methode.
Wanneer Paulus zegt: “Dat is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij” (Gal. 2:20), laat hij daarmee zien dat alleen Christus Gods hart kan bevredigen. Dit is het leven dat God bevrediging geeft in de gelovige, en er is geen plaatsvervanger. “Niet ik, maar Christus” betekent Christus in plaats van mij. Wanneer Paulus dit zegt, beweert hij niet iets bereikt te hebben dat zijn lezers nog niet bereikt hebben. Hij definieert het christelijke leven. Het christelijke leven is het leven van Christus. Christus in mij is mijn kleven geworden en hij leeft zijn leven in plaats van mij. Ik vertrouw daarbij zelfs niet dat Hij apart en genoegzaam van mij handelt. Nee, God geeft Hem om mijn leven te zijn.
Bovendien kent dit nieuwe leven een wet die bepaalt hoe dat leven tot uitdrukking komt. Het is niet alleen een leven dat in mij woont, want als dat alles was, zou ik het stevig moeten omarmen. Nee, dat leven kent een wet (Rom. 8:2) en die wet kan voor zichzelf zorgen.
Het dagelijkse leven van een christen wordt samengevat door het woord “ontvang”. Iedere aansporing die God van ons verlangt ― lankmoedigheid, zachtmoedigheid, nederigheid, goedheid, heiligheid, blijdschap ― is niet iets dat ik ben of iets dat ik doe of een deugt die ik nastreef. Het is Christus in mij. Het is allemaal een uitdrukking van Hem. Laat Hij zich openbaren, natuurlijk en spontaan. Dat is genoeg.
“Hij is ons geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing” (1 Cor. 1:30). Als Hij ons Rechtvaardigmaker, Heiligmaker en Verlosser zou zijn, zouden we het begrijpen. Maar dit vers zegt niet dat Hij deze dingen doet. Paulus gebruikt abstracte zelfstandige naamwoorden. Christus IS deze dingen. Christus in ons voldoet aan elke eis van God, in elke situatie.
In onszelf kunnen we niet nederig zijn noch helpt het ons om te vertrouwen in de kracht van Christus om ons nederig te maken, Christus is nederig, ja Hij is van nature nederig en God heeft Hem onze nederigheid gemaakt, want Christus is onze alles. Zelfs geloof, vertrouwen en gehoorzaamheid zijn missen hun doel als we ze als deugden zien die we moeten nastreven. Ik vertrouw niet op zijn woord om lankmoedig te worden. Christus is lankmoedig, en prijs God, Christus woont in mij! De Vader heeft in alles voorzien.”